Berber Bergsma maakt droom waar!
Eind 2017 besloot ik dat het tijd werd om van een droom een plan te maken. In 2018 wilde ik mij gaan plaatsen voor het WK IM 70.3. In overleg met Lars stippelde ik een route uit.
Deze route bracht ons in februari bij de eerste halve, Ironman 70.3 in Dubai. Een mooie 4e plek in een tijd onder de 5 uur brachten hoop voor de rest van het seizoen. We analyseerden de race, de voeding, de hitte en ik probeerde van alle feedback van Lars te leren.
Na Dubai volgde een periode met vele uren op de trainer. Ik liep veel op de loopband en deed daarnaast soms drie looptrainingen per dag. Mijn halve marathon moest beter. Ik wist dat ik nog moest groeien, dus wilde graag hard trainen, veel trainen, meer intensiteit. Maar gelukkig schreef Lars door op zijn manier. Hij hamerde in deze maanden op rust. Ik kan me herinneren dat ik na het openen van de zoveelste mail met als startzin ‘het is het belangrijkste dat je je goed verzorgt’ geïrriteerd raakte. Hoe kon hij weten wat goed voor mij was? Ik moest sneller worden, ik deed zo m’n best! En hij bleef maar tips geven over dutjes, over vochtverlies, over herstelshakes. Zelfs over yoga. Hulde aan Lars.
In mei was daar de volgende kans. Ik was voor mijn gevoel nog nooit zo fit was geweest. Mijn looptrainingen gingen echt super. Ik had geleerd hoe ik moet dalen op de fiets. Zwemmen was altijd al mijn sterke punt. Dit moest mijn race gaan worden. Ik presteerde zoals Lars had verwacht. Ik liep zelfs na een enorm zwaar fietsparcours een halve marathon onder de 1h40. Maar ik was teleurgesteld, want ik werd 6e. Ik ging twijfelen aan mijn lijf. Aan het idee van Lars. Aan alles. En dan is het fijn dat je iemand hebt die verstand heeft van zaken. Die verder van je af staat en niet meegaat in je emoties. Lars relativeert. In Barcelona draaide ik een topwedstrijd, maar was ik bergop met 30 graden nog niet sterk genoeg om met de snelste dames mee te kunnen.
Na deze race gingen we aan de slag met voeding en met vocht. Langzaam begon ik te luisteren naar de dingen die Lars we aanreikte. Toen ik aangaf dat ik sommige trainingen erg zwaar vond, paste Lars mijn schema’s aan. Hij bleef hameren op zelfverzorging, want we hadden ten slotte nog twee races te gaan. Ergens wist ik wat er aan de hand was, maar ik wilde dit niet toegeven. Ik was moe, maar zette op karakter weer een sterke race neer. Ik zwom met een andere insteek, harder. Ik probeerde beter te doseren op de fiets in de bergen. En liep gedoseerd en daardoor een erg sterke halve marathon. Alweer. Ik werd weer 6e. Tot grote tevredenheid van mezelf. En van Lars. Want van dit soort dingen kun je leren. Heel veel leren. En dat deed ik.
Ik had nog precies vier weken om me voor te bereiden op de laatste race die we hadden gepland. De halve in Jonkoping. Ik sliep. Ik deed aan yoga. Ik at heel veel, ik dronk heel veel. Ik werd ziek. En werd weer beter. Echt hard trainen deed ik in die weken niet. Maar knallen in Jonkoping zou ik. En dat deed ik, onder het motto: niet nadenken, opvreten die handel (dankje Nadir). Ik zwom hard, ik fietst als een malle en kwam mezelf tegen tijdens het lopen. Met alles wat ik in me had finishte ik op het podium, en kon ik het slot voor het WK pakken. Lars had gelijk. Ik had het in me.
De puzzelstukjes moesten gewoon even goed vallen.
Lars en ik hebben de wedstrijd in Jonkoping niet geanalyseerd. Lars gaf als reactie dat het tijd is voor andere dingen, dat het verstandig is om geen races meer te willen doen en dat ik, jawel, mezelf moet gaan verzorgen. We beginnen pas net. Ik ben een eigenwijze leerling. Maar Lars houdt voet bij stuk, heeft in zijn achterhoofd een heel mooi plan. Een plan wat al heeft geleidt tot waar we nu zijn. Ik kan niet wachten om over zes weken weer vooruit te kijken naar volgend seizoen.